Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], God nu kwam tot Bileam des nachts, en zeide tot hem: Dewijl die mannen gekomen zijn, om u te roepen, [23]sta op, ga met hen; en nochtans zult gij dat doen, hetwelk Ik tot u spreken zal. 23. God de HEERE laat Bileam eindelijk toe, dat hij met de gezanten van Balak gaan zal; niet dat het hem aangenaam was, gelijk blijkt vs.22, maar om de boosheid van Bileam des te meer te ontdekken en zijn heerlijkheid er in te openbaren, dat Hij Bileam gedwongen heeft het volk te zeggen, hetwelk deze voorgenomen had te vloeken.